Met 89 soorten vogels (met exoten als Fazant enz. erbij 93) scoorden we vandaag minder dan anders. En toch, goed bekeken is dit een groot aantal vogels voor een grijze winterdag met regen. En er zaten een aantal flink zeldzame tussen.
Met een hele bus natuurliefhebbers vol kwamen we weer aan bij onze eerste stop: Stellendam. De weersvoorspellingen kwamen helaas uit: de gehele dag bewolkt en de meeste tijd een miezerregen, waardoor het vrij koud zou aanvoellen. Het mocht onze pret niet echt drukken. Het regende nooit hard en het was af en toe ook droog. En we hadden we de bus altijd bij de hand om warm te worden en weer op te drogen.
Door het donkere weer was het nog schemerig bij Stellendam. Daardoor konden we niet ver kijken over de vlakte. Wat dichtbij zat was goed te zien: veel brandganzen, een jagende slechtvalk en wat steltlopers als tureluurs en wulpen. Op het binnenmeertje hier zitten meestal interessante eenden. Nu ook: we kwamen uit op wat wintertalingen en -als leukste- drie toppers en twee nonnetjes en een ijsvogel. Bij het dorpje Havenhoofd durfden we het aan om door een beregende ruit te zoeken naar een roerdomp, maar hem vinden lukte niet.
Onderweg een overwinterende bruine kiekendief en een havik. Door naar de Brouwersdam, maar niet voordat we een rondje gemaakt hadden om het gebied ‘t Volgerland bij Ouddorp. Altijd veel vogels, vooral eenden. Nu zagen we vooral smienten en slobeenden, maar ook enkele pijlstaarten en wintertalingen. Tussen de kieviten en goudplevieren stonden vier kemphanen.
We hoopten langs de Brouwersdam op de zwarte zeekoet, die hier al een tijdje bivakkeert. Vorig jaar zagen we die ook al. Gisteren was er opeens een melding en foto van een tweede vogel, een adulte vogel in zomerkleed. Dat zou helemaal mooi zijn. En jawel: daar zwom de vogel opeens het telescoopbeeld in. Vrij ver weg, maar steeds dichterbij komend. De zwarte zeekoet is een volledig zwarte vogel met een spierwitte vleugelvlek. Voor veel excursiegangers een soort die ze niet eerder gezien hadden. De Brouwersdam is deze winter in Nederland de enige plek waar je deze vogel kunt aantreffen.
Hier zagen we ook roodkeelduikers en eiders. Een deel van de groep liep langs de vloedlijn schelpenen andere aangespoelde diertjes te zoeken. Zij stuitten plotseling op een dobberende dode zeehond, die inmiddels bijna op het strand lag. Ook vonden mensen een ei van een rog (zie foto hieronder) en een zee-egel, die in de bus door iedereen bewonderd werden. Na een belletje van Dirk-Jan Verboom werd de zeehond even later opgeraapt door het Seal Rescue Team. Deze mensen meldden dat het dier waarschijnlijk bij de geboorte al niet meer leefde. Het zeehondje is meegenomen voor onderzoek.
Aan het zuidelijk gedeelte van de Brouwersdam zaten meer vogels: we zagen bij elkaar zo’n twintig roodkeelduikers, vijftien kuifduikers en een paar zwarte zee-eenden en een groepje paarse en drieteenstrandlopers.
Vervolgens doorkruisten we de kop van Schouwen, op weg naar Burghsluis, het kleine dorpje langs de Oosterschelde. Berichten kwamen binnen dat daar een uurtje geleden een aantal zeldzame vogels
zat: kuifaalscholver, ijsduiker, alk, grote zee-eenden en een zwarte rotgans. De laatste op de weilanden, de andere op de Oosterschelde. Wij zoeken natuurlijk. Maar het zijn en blijven vogels, en die hebben vleugels, en we kunnen niet altijd geluk hebben. We troffen er alleen de vier grote zee-eenden aan en de zwarte rotgans aan.
Die zwarte rotgans was een lastige. Lijkt veel op de gewone rotgans. En dan tussen honderden gewone rotganzen de vogel eruit pikken, dat valt niet mee. Ook al probeert je buurman in de bus zijn best om hem aan te wijzen. Al hebben sommigen van ons zelfs een foto waar hij herkenbaar op staat, niet iedereen zag hem zitten in de grote groep rotganzen. Soms zat-ie even vooraan, maar als hij dan weer naar het midden van de groep verhuisde, bleek hij onzichtbaar.
Een deel van de groep ging vervolgens lopend naar de Plompe Toren, een ander deel liet zich erheen rijden door de bus. Daar vermaakten we ons met de toren, met oeverpiepers, lepelaars en enkele kuifduikers. Enkelen zagen een roodborsttapuit en andere scoorden een overvliegende ijsgors. De bus weer in en langzaam rijden over de dijk. Niets ontging ons, wat wil je met die 60 paar speurende blikken: buizerd, zwarte ruiter, tureluur, lepelaar, grote bonte specht. En zou daar de ijsvogel weer zitten? Jawel, daar zat hij, in een rietstengel, zoekend naar vis. Iedereen kon er ruimschoots van genieten.
De Flauwers- en Weeversinlagen (Prunje) vormden onze laatste bestemming. Daar werden we verrast door een smelleken, Europa’s kleinste valkje, dat tegenwoordig steeds zeldzamer wordt als overwinteraar. Het jagertje dook op uit het niets, ging even op een paaltje zitten en jakkerde weer verder. Allemaal heel snel, maar toch duidelijk een ‘smel’. Even verderop onze ‘witte scholekster’ weer, een scholekster die hier we hier al enkele jaren aantreffen en die een pigmentafwijking in zijn veren heeft (zie foto). De vogel heeft trouwens ringen om. In de inlagen zagen we verder een geoorde fuut, drie kluten, een mannetje nonnetje en pijlstaarten.
Helaas was het te laat om nog langs de flamingo’s van Battenoord te gaan of de Roodhalsgans van Goedereede.
Fotografen, bedankt voor de foto’s, en iedereen bedankt voor het meedoen. Tot de volgende keer.
Check de agenda: za 30 maart Brabantse Biesbosch, op 20 april Ringslangenexcursie Reeuwijkse Plassen en eind mei de Kampina excursie.
Voor de soortenlijst: Zie deze link
Voor de foto’s: Zie deze link